Gebäck

Duits

Uitspraak
  • IPA: [ɡəˈbɛk]
Woordafbreking
  • Ge·bäck
enkelvoud meervoud
nominatief das Gebäckdie Gebäcke
genitief des Gebäckes
des Gebäcks
der Gebäcke
datief dem Gebäck
dem Gebäcke
den Gebäcken
accusatief das Gebäckdie Gebäcke

Zelfstandig naamwoord

Gebäck o

  1. (voeding) gebak
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.