gebak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gebak    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈbɑk/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·bak
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘taart’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1]
  • Naamwoord van handeling van  bakken ww  met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord gebak -
verkleinwoord gebakje gebakjes

Zelfstandig naamwoord

hetgebako

  1. (voeding) meestal zoet, gebakken voedsel specifiek gemaakt om van te genieten
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gebak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.