Germaan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Germaan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • Ger·maan
Woordherkomst en -opbouw
  • van Latijn Germanus[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord Germaan Germanen
verkleinwoord Germaantje Germaantjes

Zelfstandig naamwoord

deGermaanm

  1. elk van de leden van de volksstammen die rond het begin van onze jaartelling tussen Noordzee, Schelde, Maas, Rijn, Donau en Weichsel woonden
  2. elk van de nakomelingen uit de stammen die een Germaanse taal spreken (de belangrijkste Germaanse talen zijn het Nederlands, Duits, Engels, Fries, Noors, Deens, Zweeds en IJslands)
  3. (schertsend) Duitser
Hyponiemen
  • edelgermaan, Indo-Germaan, Indo-Germaans, Noord-Germaans, Oost-Germaans
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord Germaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.