Großbrand
Duits
Uitspraak
- Geluid: Großbrand (hulp, bestand)
- IPA: / ˈgroːsbrant /
Woordafbreking
- Groß·brand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Großbrand | die Großbrände |
genitief | des Großbrandes des Großbrands | der Großbrände |
datief | dem Großbrand | den Großbränden |
accusatief | den Großbrand | die Großbrände |
Zelfstandig naamwoord
Großbrand, m
- een grote brand, een uitslaande brand
- «Der Großbrand von Chikago 1871 dauerte zwei Tage.»
- De Grote Brand van Chicago 1871 duurde 2 dagen.
- «Der Großbrand von Chikago 1871 dauerte zwei Tage.»
Synoniemen
- Großfeuer
Hyperoniemen
Verwante begrippen
- Feuersbrunst
- Flächenbrand
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.