Hafner
Duits
Uitspraak
- IPA: /ˈhafnɐ/
Woordafbreking
- Haf·ner
Zelfstandig naamwoord
Hafner m
- (Zuid-Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland) ovenbouwer, kachelsmid
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | der Hafner | die Hafner |
genitief | des Hafners | der Hafner |
datief | dem Hafner | den Hafnern |
accusatief | den Hafner | die Hafner |
Schrijfwijzen
Synoniemen
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.