Heimat

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Heimat    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈhaɪ̯maːt/
Woordafbreking
  • Hei·mat
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

Heimat v

  1. plaats, gebied of land waar men is opgegroeid en zich thuis voelt
  2. plaats, gebied of land van herkomst
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.