Jehova

Niet te verwarren met: jehova

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Jehova    (hulp, bestand)
  • IPA: /jeˈhova/
Woordafbreking
  • Je·ho·va
Woordherkomst en -opbouw
  • In de joodse traditie werd de naam van God "Jahweh" in teksten gespeld als יהוה (JHWH), maar zelf niet uitgesproken: in plaats daarvan werd אֲדֹנָי (adonai) gezegd, wat werd aangegeven met de klinkertekens van dat woord. Oude protestante bijbelvertalingen combineerden deze klinkers en medeklinkers tot de naam Jehovah. Om de uitspraak in het Nederlands beter weer te geven, is de -h in de gangbare spelling vervallen. [1][2]
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord JehovaJehova's -
verkleinwoord -- -

Eigennaam

Jehova m

  1. (religie) (protestantisme) andere naam voor Jahweh, de Hebreeuwse naam van het Opperwezen
    • Jehova zelf zo zegt de ironische schrijver, gaf zijn aanbidders een voorbeeld van ledigheid: hij schiep de wereld, na zes dagen arbeid, ‘en nam verder voor eeuwig rust’. [3]
Schrijfwijzen
  • Jehovah (oorspronkelijke vertaling, in gebruik bij "Jehovahs getuigen"; jehova's is geen naam die zij voor zichzelf gebruiken)
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Verwijzingen

Gangbaarheid

  • Het woord Jehova staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.