Karfreitag

Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • Kar·frei·tag
enkelvoud meervoud
nominatief der Karfreitagdie Karfreitage
genitief des Karfreitags
des Karfreitages
der Karfreitage
datief dem Karfreitagden Karfreitagen
accusatief den Karfreitagdie Karfreitage

Zelfstandig naamwoord

Karfreitag, m

  1. (religie): Goede Vrijdag
Holoniemen
Verwante begrippen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.