Kerkpad
Niet te verwarren met: |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Kerkpad (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɛrəkˌpɑt / (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
- Kerk·pad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kerk zn en pad zn , geschreven met een hoofdletter volgens spellingregel 16.A [1]
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Kerkpad | - | - |
verkleinwoord | - | - | - |
Eigennaam
het Kerkpad o
- straatnaam die herinnert aan een voetweg die bewoners gebruikten om naar de kerk te gaan
- ▸ Kortom, wèg van de gebaande wegen. Neem nou de Schieveenpolder. Daar in Delfland ligt de Bergboezem. Vroeger moeras en veenplas, nu kun je over zompige kreekruggen wilde tochten maken, die op geen kaart staan. Ook het Kerkpad van Weipoort naar Zuidbuurt is Holland op z’n mooist.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'Kerkpad' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Kenneth Stamp“ (13 oktober 2012) op telegraaf.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.