MOBIB-kaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  MOBIB-kaart    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈmobipkart/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • MOBIB-kaart
Woordherkomst en -opbouw
  • merknaam, gevormd als samenstelling van MOBIB, verkorting van mobility in Belgium, en kaart, geschreven met hoofdletters volgens spellingregel 17.C (donorprincipe)[1][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord MOBIB-kaart MOBIB-kaarten
verkleinwoord MOBIB-kaartje MOBIB-kaartjes

Zelfstandig naamwoord

deMOBIB-kaartv/m

  1. vervoersbewijs en betaalmiddel voor het openbaar vervoer in België
    • De NMBS introduceert deze week voor haar abonnees de MOBIB-kaart, een chipkaart op bankkaartformaat die de reizigers kunnen gebruiken op de netten van de vervoersmaatschappijen NMBS, MIVB, TEC en De Lijn. [3]
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'MOBIB-kaart' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.