OV-chipkaart

Niet te verwarren met: ov-chipkaart

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  OV-chipkaart    (hulp, bestand)
  • IPA: /oveˈtʃɪpkart/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • OV-chip·kaart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord OV-chipkaart OV-chipkaarten
verkleinwoord OV-chipkaartje OV-chipkaartjes

Zelfstandig naamwoord

deOV-chipkaartv/m

  1. vervoersbewijs en betaalmiddel voor het openbaar vervoer in Nederland in de vorm van een pasje met een microprocessor die contactloos informatie kan uitwisselen
    • De Autoriteit Consument en Markt is al maanden bezig met een onderzoek naar Translink, het bedrijf achter de OV-chipkaart. [1]
Hyperoniemen
Opmerkingen
  • Een in Nederland bruikbare ov-chipkaart is altijd een OV-chipkaart, waardoor deze vormen in de praktijk door elkaar gebruikt worden. Maar er bestaan buiten Nederland ov-chipkaarten die niet OV-chipkaart heten.
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'OV-chipkaart' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.