Maastrichts

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Maastrichts    (hulp, bestand)
  • IPA : /mas'trɪx(t)s/
Woordafbreking
  • Maas·trichts
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen MaastrichtsMaastrichtserMaastrichtst
verbogen MaastrichtseMaastrichtsereMaastrichtste
partitief MaastrichtsMaastrichtsers-

Bijvoeglijk naamwoord

Maastrichts

  1. (demoniem) met betrekking tot Maastricht of het Maastrichtse dialect
Verwante begrippen
enkelvoud meervoud
naamwoord Maastrichts -
verkleinwoord - -
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord Maastrichts- -
verkleinwoord -- -

Eigennaam

hetMaastrichtso

  1. geen meervoud (taal) Nederlands dialect dat gesproken wordt in Maastricht
Verwante begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord Maastrichts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Noors

Woordafbreking
  • Maas·trichts
Naar frequentie zeldzaam

Eigennaam

Maastrichts,

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van Maastricht

Nynorsk

Woordafbreking
  • Maas·trichts

Eigennaam

Maastrichts,

  1. onbepaalde vorm genitief enkelvoud van Maastricht
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.