Monokel
Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- Mo·no·kel
Zelfstandig naamwoord
Monokel o
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | das Monokel | die Monokel |
genitief | des Monokels | der Monokel |
datief | dem Monokel | den Monokeln |
accusatief | das Monokel | die Monokel |
Antoniemen
- Bimokel
- Zwicker
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.