Niassisch
Nederlands
ISO 639-3 |
---|
nia |
bestand |
Uitspraak
- Geluid: Niassisch (hulp, bestand)
- IPA: / niˈjɑsis / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- Ni·as·sisch
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Niassisch | - | - |
verkleinwoord | - | - | - |
Eigennaam
het Niassisch o
- geen meervoud (taal) taal die op het gelijknamige eiland in Indonesië gesproken wordt
- Het Niassisch wordt nog veel gesproken.
- ▸ Varianten bij de vleet vinden wij eveneens bij Alfons de Cock, "Volkssage, volksgeloof en volksgebruik" (…) en in het eerste deel van Dr. Jan de Vries' "Volksverhalen uit Oost-Indië" (…) - een waardevolle bron voor ons, vermits De Vries, als varianten bij het verhaal ‘De berg en het stekelvarken’, twee Oost-Indische verhalen vermeldt, een in het Soendanees en een in het Niassisch, die overeenstemmen met het Japanse sprookje van de steenhouwer.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'Niassisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Marcel JanssensDe oorspronkelijkheid van Multatuli's ‘Japanse Steenhouwer’, De Sikkel, Antwerpen / Martinus Nijhoff, Den Haag in: Spiegel der Letteren., jrg. 9 nr. 2 (1965), p. 111/112
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.