Radsport
Duits
Uitspraak
- IPA: /ˈʀaːtʃpɔʁt/
Woordafbreking
- Rad·sport
Zelfstandig naamwoord
Radsport m
- wielersport
- «Zu den typischen Ausdauersportarten gehört auch der Radsport.»
- Tot de typische soorten van uithoudingssporten hoort ook de wielersport.
- «Zu den typischen Ausdauersportarten gehört auch der Radsport.»
Verbuiging
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| nominatief | der Radsport | die Radsporte |
| genitief | des Radsport(e)s | der Radsporte |
| datief | dem Radsport(e) | den Radsporten |
| accusatief | den Radsport | die Radsporte |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.