Raum
Duits
Uitspraak
- Geluid: Raum (hulp, bestand)
- IPA: [ʁaʊ̯m]
Woordafbreking
- Raum
Woordherkomst en -opbouw
- erfwoord via Middelhoogduits roum van Oudhoogduits rūmi
Zelfstandig naamwoord
Raum o
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | Raum | Räume |
genitief | Raums Raumes | Räume |
datief | Raum Raume | Räumen |
accusatief | Raum | Räume |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.