Regenbogentrikot

Duits

Woordafbreking
  • Re·gen·bo·gen·tri·kot

Zelfstandig naamwoord

Regenbogentrikot o

  1. regenboogtrui
    «Das Regenbogentrikot möchte jeder Radrennfahrer einmal tragen.»
    Iedere wielrenner wil de regenboogtrui wel een keer dragen.
Verbuiging
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.