Rijksmunt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Rijksmunt    (hulp, bestand)
  • IPA: /rɛiksˈmʏnt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Rijks·munt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Rijksmunt
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deRijksmuntv/m

  1. instituut dat verantwoordelijk is voor de uitgave van muntgeld
    • Het setje werd in 1948 geslagen bij 's Rijksmunt in Utrecht. Het bevat bevat een cent, een stuiver, een dubbeltje en een kwartje in zilver, met de beeltenis van koningin Wilhelmina. In totaal werden er destijds 12 setjes gemaakt met deze munten die ter beoordeling werden voorgelegd aan leden van de Muntcommissie. [2] 
    • Daarnaast zorgen technologische ontwikkelingen ervoor dat we minder kapitaal nodig hebben. Voor het ‘slaan’ van een nieuwe munt hoeven we de Rijksmunt niet meer in te schakelen. De rekenkracht van een computer volstaat voor het mijnen van een Bitcoin. [3] 
    • Bouwkundig maakt het Van Hoogevest niet zo veel uit wat hij onder handen moet nemen: eeuwenoude kastelen, de Rijksmunt, het archief van de koningin of nieuwbouw van een moderne basisschool. [4] 

Gangbaarheid

  • Het woord 'Rijksmunt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.