Schlange

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Schlange    (hulp, bestand)
  • Geluid:  Schlange    (hulp, bestand)
  • IPA: / ˈʃlaŋə /
Woordafbreking
  • Schlan·ge
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie 2425
enkelvoud meervoud
nominatief die Schlangedie Schlangen
genitief der Schlangeder Schlangen
datief der Schlangeden Schlangen
accusatief die Schlangedie Schlangen

Zelfstandig naamwoord

Schlange, v

  1. (reptielen) slang Serpentes 
    «Schlangen bewegen sich immer auf dem Bauch fort. Ihre ganze Haut ist mit Schuppen bedeckt.»
    Slangen bewegen zich altijd voort op de buik. Hun huid is geheel bedekt met schubben.
  2. (maatschappij) rij (mensen die achter elkaar staan te wachten of zich langzaam vooruit bewegen)
    «An geschäftigen Einkaufstagen und Spazierabenden bildete sich vor dem Geldautomaten regelmäßig eine Schlange, den die Bank im vergangenen Jahr dennoch abnahm.»
    Op drukke winkeldagen en stapavonden vormde zich geregeld een rij voor de pinautomaat, die vorig jaar desondanks werd weggehaald door de bank.

Eigennaam

Schlange, v

  1. (sterrenbeeld) Slang

Pennsylvania-Duits

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈʃlaŋə /
Woordafbreking
  • Schlan·ge

Zelfstandig naamwoord

Schlange

  1. vrouwelijk meervoud van Schlang
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.