Schreiwer
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈʃraivɐ /
Woordafbreking
- Schrei·wer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Schreiwer | der Schreiwer | Schreiwer | die Schreiwer |
datief | me Schreiwer | en Schreiwer | Schreiwer | de Schreiwer |
accusatief | en Schreiwer | der Schreiwer | Schreiwer | die Schreiwer |
Zelfstandig naamwoord
Schreiwer, m
- (beroep), (letterkunde) auteur, letterkundige, literator, schrijver
- «Er waar en arrig bschaffigte Dichder un Schreiwer.»
- Hij was een erg bezige dichter en schrijver.
- «Er waar en arrig bschaffigte Dichder un Schreiwer.»
- (juridisch) vastgoedmakelaar
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.