Schwinge
Duits
Uitspraak
- IPA: /'ʃvɪŋə/
Woordafbreking
- Schwin·ge
Zelfstandig naamwoord
Schwinge v
- (poëtisch) vleugel, wiek
- (werktuigbouwkunde) achterbrug, achtervork
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Schwinge | die Schwingen |
genitief | der Schwinge | der Schwingen |
datief | der Schwinge | den Schwingen |
accusatief | die Schwinge | die Schwingen |
Synoniemen
- [1] Flügel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.