Summer
Niet te verwarren met: summer |
Pennsylvania-Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈzʊmɐ /
Woordafbreking
- Sum·mer
enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
---|---|---|---|---|
nominatief | en Summer | der Summer | Summer | die Summer |
datief | me Summer | em Summer | Summer | de Summer |
accusatief | en Summer | der Summer | Summer | die Summer |
Zelfstandig naamwoord
Summer, m
Afgeleide begrippen
|
|
|
Opmerkingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.