Tür
Niet te verwarren met: tür |
Duits
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /tyːɐ̯/
Woordafbreking
- Tür
Zelfstandig naamwoord
Tür v
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Tür | die Türen |
genitief | der Tür | der Türen |
datief | der Tür | den Türen |
accusatief | die Tür | die Türen |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.