Thais
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Thais (hulp, bestand)
Woordafbreking
- Thais
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | Thais | Thaiser | Thaist |
verbogen | Thaise | Thaisere | Thaiste |
partitief | Thais | Thaisers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
Thais
- (demoniem) op Thailand betrekking hebbend
Synoniemen
Verwante begrippen
Demoniemen bij Thailand in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Thai, Thailander • inwoonster: Thaise, Thailandse • bijvoeglijk: Thailands, Thais |
ISO 639-3 |
---|
tha |
bestand |
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Thais | |
verkleinwoord |
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Thais | - | - |
verkleinwoord | - | - | - |
Eigennaam
het Thais o
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Thais staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.