Tupí

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Tupí    (hulp, bestand)
  • IPA: /tuˈpi/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • Tu·pí
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord Tupí- -
verkleinwoord -- -

Eigennaam

hetTupío

  1. geen meervoud (taal) Tupinambá zoals dat vroeger in Brazilië werd gesproken
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'Tupí' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Engels

Zelfstandig naamwoord

Tupí

  1. (taal) Tupí
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.