Unterschrift
Duits
Uitspraak
- Geluid: Unterschrift (Oostenrijk) (hulp, bestand)
- IPA: /'ʊntɐʃʀɪft/
Woordafbreking
- Un·ter·schrift
Zelfstandig naamwoord
Unterschrift v
- handtekening, tekening
- «Mit seiner Unterschrift bestätigte er den Kreditvertrag.»
- Met zijn handtekening bevestigde hij zijn kredietcontract.
- «Mit seiner Unterschrift bestätigte er den Kreditvertrag.»
Verbuiging
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| nominatief | die Unterschrift | die Unterschriften |
| genitief | der Unterschrift | der Unterschriften |
| datief | der Unterschrift | den Unterschriften |
| accusatief | die Unterschrift | die Unterschriften |
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.