Zaan
Nederlands
demoniem | |
---|---|
inwoner | Zaankanter |
vrouwelijke inwoner | Zaanse |
bijvoeglijk | Zaans |
Uitspraak
- Geluid: Zaan (hulp, bestand)
- IPA: /zaːn/
Gelijkklinkende woorden
Woordafbreking
- Zaan
Woordherkomst en -opbouw
- van het Middelnederlands Sadne, Saden, Sande, Saende en Zaende; over een verdere verklaring bestaan meerdere opvattingen [1]
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Zaan | - | |
verkleinwoord | Zaantje | Zaantjes |
Eigennaam
Zaan v/m[2]
- (toponiem: rivier) een rivier in Noord-Holland
- Omdat goederen gemakkelijk over het water vervoerd konden worden, vestigden veel fabrieken zich langs de Zaan.
Afgeleide begrippen
|
Verwijzingen
- ↑ Braam, A. vanZaandam in de middeleeuwen (1993) ISBN 9070403323, p. 70
- ↑ rivieren genus op VRT Taalnet
Gangbaarheid
- Het woord 'Zaan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.