Zittend

Niet te verwarren met: zittend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  Zittend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzɪtənt/
Woordafbreking
  • Zit·tend
Woordherkomst en -opbouw
  • (verkorting) van "Zijdtwindt", de naam in 1745, van Middelnederlands sidewende: binnendijk, dijk die aan de zijkant 'side' van een gebied loopt 'wende' [1]; let op de verandering van het woordgeslacht: het was De Zijdtwindt en het is 't Zittend
enkelvoudbezitsvorm meervoud
naamwoord ZittendZittends -
verkleinwoord -- -

Eigennaam

Zittend o

  1. (toponiem), buurtschap in de gemeente Drechterland, provincie Noord-Holland

Verwijzingen

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.