Zug

Duits

Uitspraak
  • Geluid:  Zug    (hulp, bestand)
  • Geluid:  Zug    (hulp, bestand)
  • IPA: /tsuːk/
Woordafbreking
  • Zug

Zelfstandig naamwoord

Zug m

  1. tocht
  2. trein
  3. teug
    «Dies ist der Zug nach nirgendwo.»
    Dit is de trein naar nergens.
Verbuiging
Afgeleide begrippen
  • Durchzug, Luftzug
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.