aalvork

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aalvork    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈalvɔrək/ (2 of 3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aal·vork
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aalvork aalvorken
verkleinwoord aalvorkje aalvorkjes

Zelfstandig naamwoord

deaalvorkv/m

  1. (visserij) ijzeren vork met 3, 5 of 7 van weerhaken voorziene, dicht bij elkander geplaatste, tanden aan een lange staak waarmee men net als een harpoen in het water steekt in de hoop een aal te vangen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'aalvork' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
41 %van de Nederlanders;
60 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.