aanbiedingsbrief
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbiedingsbrief (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambidɪŋsˌbrif / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·bie·dings·brief
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanbieding en brief met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanbiedingsbrief | aanbiedingsbrieven |
verkleinwoord | aanbiedingsbriefje | aanbiedingsbriefjes |
Zelfstandig naamwoord
de aanbiedingsbrief m
- (formeel) schrijven waarbij een rapport wordt aangeboden
- Minister Schippers heeft een aanbiedingsbrief geschreven bij het rapport 'Niet alles wat kan, hoeft'.
Gangbaarheid
- Het woord aanbiedingsbrief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.