aandoenlijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aandoenlijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /anˈdunlək/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·doen·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen aandoenlijkaandoenlijkeraandoenlijkst
verbogen aandoenlijkeaandoenlijkereaandoenlijkste
partitief aandoenlijksaandoenlijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

aandoenlijk

  1. ontroerend, vertederend
    • Het lachende kind was een aandoenlijk gezicht. 
     We zijn helemaal niet zulke dogmatische, egocentrische wezens, maar vaak eerder aandoenlijk onzeker over onze eigen ingevingen.[2]
     Des te aandoenlijker was het verband dat haar voorhoofd en wenkbrauwen bedekte.[3]
  2. aangrijpend, licht vatbaar voor aandoeningen en indrukken
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aandoenlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.