aangrijpend

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Uitspraak
  • Geluid:  aangríjpend    (hulp, bestand)
  • IPA: /aŋˈɣrɛipənt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·grij·pend
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: aangrijpen
verbogen vorm: aangrijpende

aangrijpend

  1. onvoltooid deelwoord van aangrijpen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen aangrijpendaangrijpenderaangrijpendst
verbogen aangrijpendeaangrijpendereaangrijpendste
partitief aangrijpendsaangrijpenders-

Bijvoeglijk naamwoord

aangríjpend

  1. aandoenlijk, ontroerend
    • Twee miljoen mensen kwamen Obama inhuldigen en niemand werd gearresteerd. Dit was iets erg aangrijpends. 
     Aangrijpende passages waarin ze Jeroens verdriet zowel mentaal als fysiek beleefde.[1]
     Dat is iets wat kunstenaars altijd hebben geweten, en daarom kunnen we het relaas van een bekwame verhalenverteller over een kind dat zijn favoriete speeltje is kwijtgeraakt als veel aangrijpender beleven dan het bericht in de ochtendkrant over de dood van 10 000 strijders in een bloedige burgeroorlog aan de andere kant van de wereld.[2]
Vertalingen
stellend
onverbogen aangrijpend
verbogen aangrijpende

Bijvoeglijk naamwoord

áángrijpend

  1. onvoltooid deelwoord van aangrijpen: de in dit punt aangrijpende vectoren.

Gangbaarheid

  • Het woord aangrijpend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.