aangericht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aangericht    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaŋɣəˌrɪxt/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·ge·richt
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: aanrichten…
verbogen vorm: aangerichte

aangericht

  1. voltooid deelwoord van aanrichten
     ' 'Luister, hij heeft tijdens zijn leven veel kwaad aangericht.[1]
stellend
onverbogen aangericht
verbogen aangerichte
partitief aangerichts

Bijvoeglijk naamwoord

aangericht

  1. van iets slechts dat het veroorzaakt is
    • De aangerichte schade was zeer groot. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord aangericht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Victoria Holt
    “Vlucht van de zeven zwaluwen” (1992), Saga, ISBN 9788726484892
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.