aankloppen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aankloppen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaŋklɔpə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·klop·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aankloppen
klopte aan
aangeklopt
zwak -t volledig

Werkwoord

aankloppen

  1. onovergankelijk kloppen om binnen te komen
    • Op mijn driftig aankloppen werd niet gereageerd. 
  2. ~ bij: hulp vragen aan
    • Bij allerlei tegenslagen kunnen de kinderen altijd bij de ouders aankloppen 
     Door het natuurgeweld moeten honderdduizenden mensen hun leven en hun huis weer opbouwen. Daarvoor kloppen ze aan bij hun verzekeraar. Maar volgens Weppner, die zelf voor een verzekeringsmaatschappij werkt, komen huiseigenaren van een koude kermis thuis.[1]
     Niet als levende wezens met een zwaar leven die extra in de problemen waren gekomen en hier om hulp aanklopten.[2]
  3. overgankelijk door kloppen vaster maken
     Het materiaal in de voeg goed aankloppen met een zachte bezem.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aankloppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Ryan Hermelijn
    “Zorgen over verzekeringscrisis Florida groeien na orkaan Milton” (12-10-2024), NOS
  2. All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
  3. Weblink bron Gearchiveerde versie “Het vullen van steen- en tegelvoegen” op appeltern.nl
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.