aanknop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanknop    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aan·knop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanknop aanknoppen
verkleinwoord aanknopje aanknopjes

Zelfstandig naamwoord

deaanknopm

  1. knop waarmee men een toestel aan en uit kan zetten
     Mijn vingers gaan naar de aanknop van de radio-cd-speler en zoeken de Duitse Classic FM.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'aanknop' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.