aanlegsteiger

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanlegsteiger    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈanlɛxˌstɛiɣər/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·leg·stei·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanlegsteiger aanlegsteigers
verkleinwoord aanlegsteigertje aanlegsteigertjes

Zelfstandig naamwoord

deaanlegsteigerm

  1. (scheepvaart) steiger waar men aanlegt
    • We stapten uit ons bootje op de aanlegsteiger. 
     Ik wandel op blote voeten en in mijn oversized T-shirt de aanlegsteiger op en staar over het glinsterende meer, dat in de verte wordt omzoomd door heldergroene wilgen.[1]
     Hij kon gemakkelijk een boot nemen vanaf de privé-aanlegsteigers van Leicester House, soms in de kledij van een van zijn bedienden, en in het geheim naar Durham House komen.[2]

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord aanlegsteiger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
  2. Victoria Holt
    “In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.