aanmatigend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanmatigend    (hulp, bestand)
  • IPA: /aˈmatəɣənt/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·ma·ti·gend
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen aanmatigendaanmatigenderaanmatigendst
verbogen aanmatigendeaanmatigendereaanmatigendste
partitief aanmatigendsaanmatigenders-

Bijvoeglijk naamwoord

aanmatigend

  1. arrogant, pretentieus
    • Het aanmatigend optreden van Jan I maakte hem niet populair bij de adel. 
     mevrouw Sampson?' begon ze, omdat tante Patricia of zelfs oudtante haar wat aanmatigend leek.[1]
     ' 'Hij zal me ongetwijfeld spoedig gekarakteriseerd hebben: arrogant, aanmatigend, ongeduldig en eigenzinnig.[2]
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: aanmatigen
verbogen vorm: aanmatigende

aanmatigend

  1. onvoltooid deelwoord van aanmatigen

Gangbaarheid

  • Het woord aanmatigend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Amanda Block
    “De verloren verteller” (2021), The house of books, ISBN 9789044363647
  2. Victoria Holt
    “Minnares van de duivel” (1982), Saga, ISBN 9788726484731
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.