aanvoegen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aanvoegen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈaɱvuɣə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • aan·voe·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

aanvoegen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aanvoegen
voegde aan
aangevoegd
zwak -d volledig
  1. aan iets anders toevoegen met als doel iets goed te laten sluiten
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aanvoegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.