aardappelbuik

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aardappelbuik    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • aard·ap·pel·buik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aardappelbuik aardappelbuiken
verkleinwoord aardappelbuikje aardappelbuikjes

Zelfstandig naamwoord

deaardappelbuikm

  1. (verouderd) een flinke buik waarvan werd aangenomen dat die het gevolg was van overmatig aardappelgebruik

Gangbaarheid

  • Het woord 'aardappelbuik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.