aars

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aars    (hulp, bestand)
  • IPA: /ars/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • aars
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘anus’ voor het eerst aangetroffen in 1410 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord aars aarzen
verkleinwoord aarsje aarsjes

Zelfstandig naamwoord

deaarsm

  1. (ook aarsgat) anus
  2. bij uitbreiding: achterwerk
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aars staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Noors

Zelfstandig naamwoord

aars

  1. verouderde spelling of vorm van års tot 1917
(verouderd) onbepaalde vorm genitief enkelvoud van aar, o
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.