absenteïsme

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  absenteïsme    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑpsɛnte'ɪsmə/
Woordafbreking
  • ab·sen·te·is·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord absenteïsme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetabsenteïsmeo

  1. het (te veel) afwezig zijn
    • Het absenteïsme van die leerling groeide sterk. 
Synoniemen
Antoniemen
  • presenteïsme
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord absenteïsme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
55 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.