accro

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  accro    (hulp, bestand)
  • IPA: /a.kʁo/
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

accro

  1. (spreektaal) verzot, dol op
  2. (spreektaal) verslaafd

Zelfstandig naamwoord

accro m

  1. (spreektaal) fan, liefhebber [1]
  2. (spreektaal) verslaafde, junk
    «Cet accro prend un aspro.»
    Die junk neemt een aspirientje. [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.