achterbaks
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: achterbaks (hulp, bestand)
- IPA: /ɑxtər'bɑks/
Woordafbreking
- ach·ter·baks
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘stiekem’ voor het eerst aangetroffen in 1451 [1]
- Samenstellende afleiding van achter, het verouderde bak met het achtervoegsel -s (verg. bakboord)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | achterbaks | achterbakser | achterbakst |
verbogen | achterbakse | achterbaksere | achterbakste |
partitief | achterbaks | achterbaksers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
achterbaks
- stiekem, stom, geniepig
- ▸ Pieter de geniale strafpleiter is een achterbakse hufter die op kantoorsletjes valt.[2]
- Wat een achterbakse streek!
- ▸ Pieter de geniale strafpleiter is een achterbakse hufter die op kantoorsletjes valt.[2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord achterbaks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "achterbaks" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "achterbaks" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.