achterboom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  achterboom    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ach·ter·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterboom achterbomen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deachterboomm [1]

  1. (verkeer) een overwegslagboom voor het afsluiten van het fiets- en/of voetgangersverkeer bij een AHOB en ADOB
  2. (paardrijden) achterste deel van de zadelboom, dat de rug ondersteunt en de ruiter in het zadel houdt
  3. (textielindustrie) kettingboom van een weefgetouw waarop ketting draden zijn aangebracht

Gangbaarheid

  • Het woord 'achterboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.