achterpaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  achterpaard    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ach·ter·paard
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord achterpaard achterpaarden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetachterpaardo [1]

  1. het achterste paard van een vier- of zesspan
     Twee van de trojka's waren gewone sleden, de derde was van de oude graaf, met een draver uit Orjol als achterpaard; de vierde was van Nikolaj met een laag zwart ruigharig achterpaard.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord 'achterpaard' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.