adresboek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  adresboek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • adres·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adresboek adresboeken
verkleinwoord adresboekje adresboekjes

Zelfstandig naamwoord

hetadresboeko

  1. een boek met alfabetisch en/of systematisch geordende adressen
    • Hij was het adresboek kwijtgeraakt. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord adresboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.