afdrukken
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afdrukken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɑvdrʏkə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- af·druk·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af en drukken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afdrukken |
drukte af |
afgedrukt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
afdrukken
- inergatief in- of uitschakelen door op een knop te drukken
- Wie het eerste afdrukt, gaat naar de volgende spelronde.
- overgankelijk (op papier) weergeven d.m.v. een printer of een drukpers
- De scholier wilde zijn rapport afdrukken.
Synoniemen
- [2] printen
Afgeleide begrippen
- afdrukapparaat, afdrukpapier, afdrukraam, afdruksel, afdruksnelheid
Vertalingen
Zelfstandig naamwoord
de afdrukken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord afdruk
Gangbaarheid
- Het woord afdrukken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afdrukken" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.