afgelegen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afgelegen (hulp, bestand)
- IPA: /ɑfxəlegə/
Woordafbreking
- af·ge·le·gen
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van afliggen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van af bw en gelegen ww
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | afgelegen | afgelegener | afgelegenst |
verbogen | - | - | afgelegenste |
partitief | afgelegens | afgelegeners | - |
Bijvoeglijk naamwoord
afgelegen
- op grote afstand gelegen van menselijke activiteit
- We zijn nu onderweg naar een afgelegen dorpje.
- ▸ Ik had verschillende postadressen gevonden van afgelegen boerderijen, hostels en postbussen die op een paar kilometer van de trail lagen.[1]
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van: | afliggen… |
verbogen vorm: | afgelegene |
afgelegen
- voltooid deelwoord van afliggen
Gangbaarheid
- Het woord afgelegen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afgelegen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.