aflangen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aflangen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • af·lan·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

aflangen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aflangen
langde af
afgelangd
zwak -d volledig
  1. iets afgeven aan een ander; aan huis bezorgen van brieven, pakjes e.d.
  2. geld geven aan een ander
  3. iets van boven naar beneden afgeven
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord aflangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
13 %van de Nederlanders;
27 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.